Byba15-2-2021

Een waargebeurd sprookje

Er was een olifant die al lang en gelukkig leefde, Byba. Ze was geboren in Afrika, maar als olifantenmeisje werd ze geadopteerd door een circusfamilie uit een klein land in Europa. Byba deed knappe kunstjes en ze vond het puik als het publiek hard klapte. Dit wilde ze haar hele leven blijven doen.

Eenmaal werd ze uitgeleend aan een operagezelschap. Voor Byba was het een behoorlijke happening. Ze trad op als figurant in de opera Aida. Uit pure pret begon ze mee te tetteren toen de trompetten de triomfmars inzetten. Het publiek raakte uitzinnig.

Het circus trok over velden en wegen naar stad en land. Op zekere dag kwam er een meneer die mensen en dieren kon wegtoveren. Byba wist niet wat ze zag: de meneer toverde een konijn in en uit een hoge hoed. Nu wilde deze goochelaar zijn kunsten graag uitbreiden met een groot dier. Byba vond het eng, maar de meneer stelde haar gerust: het is illusie weet je, een fantasie, te mooi om waar te zijn. Geloof me, ik doe net alsof ik je laat verdwijnen, maar je zit gewoon verstopt achter fluwelen gordijnen. Mensen laten zich graag betoveren. Het was een geweldige ervaring die Byba voor geen goud had willen missen. Toch was ze blij om weer terug te zijn bij haar vriendjes.

Het circus stond aan de rand van een dorp. Er kwamen boze mensen, ze riepen en schreeuwden en in hun handen droegen ze een spandoek. ‘Olifanten terug naar Afrika’ stond er op en ‘DIERENBEULEN’. Byba wist niet wat Afrika was en niet wat dierenbeulen betekende. Zij vroeg het aan zwijn en aan stier, haar beste maatjes. Die wisten het ook niet.

Dagenlang kwamen de boze mensen terug, het werden er steeds meer. Tot op een dag Meneer HooggeëerdPubliek tegen Byba zei dat ze niet meer mocht optreden, hij vond het ook heel spijtig, zei hij. Byba begreep er steeds minder van. Ze was erg verdrietig, wilde niet meer eten en haar slagtanden werden dof. Meneer HooggeëerdPubliek nam haar mee uit wandelen om haar op te vrolijken, ze maakten een ommetje en Byba snoepte wat blaadjes van de bomen. Hmm, die waren wel lekker en ze draaide een grote olifantendrol. Een juffrouw met een oranje hoedje maakte een praatje met Meneer HooggeëerdPubliek, jaja, zei hij, neem maar mee, en nee-nee, ik hoef er niets voor te hebben. De juffrouw keek blij en raapte de drol op.

Zo maakten ze dag in dag uit een wandeling, Byba at weer, haar slagtanden begonnen opnieuw te glimmen, ze snoepte van de blaadjes en draaide haar dagelijkse drol. En steeds raapte de oranjehoedjesjuffrouw hem op.

Maar toen ontving Meneer HooggeëerdPubliek een schrijven uit een grote stad. Daarin stond dat Mevrouw Minister verheugd was mee te delen dat ze een opvangtehuis had gevonden voor Byba, helemaal in Frankrijk, was dat niet geweldig? Byba schrok en draaide haar slurf in een knoop. Meneer HooggeëerdPubliek werd woedend en stuurde een brief naar de krant. Er kwamen boze mensen, ze riepen en schreeuwden en in hun handen droegen ze een spandoek. ‘Olifanten mag je niet het land uitsturen’ stond er op en ‘DIERENBEULEN’. De oranjehoedjesjuffrouw plakte plakkaten op bomen en schuttingen. Het waren handgeschepte papieren vellen van olifantenpoep. In sierlijke letters stond er: Byba moet blijven! In een kring gingen kameel, pony, stier, gans, zwijn en hond om Byba heen staan. Ze lieten hun tanden zien en zagen er gevaarlijk uit. Er kwamen mensen van de krant, van de televisie en van de regering, op sociale media ging Byba viraal; heel het land wist nu wie deze olifant was en iedereen vond het erg zielig voor haar. Dat maakte Byba niets uit, ze snapte best dat mensen met alle winden meewaaiden. De ene keer riepen ze Byba moet weg en dan Byba moet blijven. Zij stond weer in het middelpunt van de belangstelling en dat maakte haar bijzonder vrolijk.

Er was lang beraad in de grote stad en nog diezelfde dag riep Meneer HooggeëerdPubliek iedereen bij elkaar. Plechtig zei hij: Mevrouw Minister heeft besloten dat Byba mag blijven. Hoera, hoera, hoera! Hij ontkurkte een fles, de champagne klotste in het rond en de kurk vloog over de daken, ketste tegen de kerktoren en plonsde een eindje verderop in het kanaal.

Alle dieren waren uitgelaten, ze kregen een dagje vrij van Meneer HooggeëerdPubliek. Als Bremer stadsmuzikanten trokken ze door het dorp in de richting van het kanaal. Byba voorop met een oranje hoedje op haar kop. Daarachter gans-op-kameel, pony-op-stier en hond-op-zwijn. Hun kabaal was oorverdovend. Bij het kanaal aangekomen sprongen ze, onder gejuich van een grote menigte, in het water. Byba spoot de hoogste fontein die men ooit gezien had. Nadat de nevel was opgetrokken keken de mensen verbaasd alle kanten uit, waar waren de dieren gebleven? Byba lachte in haar slurf. Illusie weet je, te mooi om waar te zijn.

 

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *