‘Geen pap.’
‘Wat zeg je, Koekoek?’
‘Ik kan geen pap meer zeggen.’
‘Toch zei je het twee keer. Maar hoe komt ‘t?’
‘Nou, ik ben net terug van een dagje den Bosch. En daar kon ik niet alleen een boek kopen bij Heinen of een stadswandeling halen bij de VVV. Nee, ik moest er ook wat eten in hun lunchcorners. Iedereen heeft het moeilijk tegenwoordig en probeert wat bij te beunen. En dan ben ik de beroerdste niet. Ik gun ondernemers een goed bestaan, dus ik eet hier wat en daar wat. Maar nu blijkt dat ook de Bossche warenmarkt opgekrikt moet worden. En wat denk je? Juist, eetkramen!
Door al dat eten op onregelmatige tijden ben ik volkomen uit mijn ritme Fries. En dat is nou net wat ik me niet kan permitteren.’
‘Nee, dat kan zeker niet. Het zijn tijden waarin mensen steeds meer last krijgen van hartritmestoornissen en dan moeten wij de constante factor zijn.’
‘Nou, die associatie snap ik niet zo goed. Maar wat je zegt, de constante factor, daar zijn wij voor. Maar voor wie eigenlijk? Voor wie tikken we nou helemaal de tijd weg? Toch niet voor die vogels hierbuiten, wel? Waar zijn meneer en mevrouw?’
‘Naar de Zuiderzon vertrokken, Koekoek.’
‘Aha, tikt het klokje daar weer beter dan thuis.’
‘Nee, nee, ze zijn niet in Italië, maar in Frankrijk.
‘Oh la la, l’heure français tourne mieux!’
‘Klinkt een beetje jaloers als je het mij vraagt.’
‘Neen Fries, maar als ik dat geweten had, was ik langer in de stad blijven hangen. Er deed zich daar een interessant fenomeen voor. Mensen gingen achteruit lopen. Moet je je voorstellen. In de smalle straatjes van de Uilenburg.
En dan ben ik benieuwd, hè. Waarom doen ze dat? Wat is het doel? Iemand zei, er is geen doel. Maar dat gaat er bij mij natuurlijk niet in. Moeten ze afvallen na al dat etend winkelen? Of willen ze opvallen? Een statement maken? Willen ze terug in de tijd? Als dat het doel was, had ik ze kunnen waarschuwen. Want dat is natuurlijk flauwe kul.’
‘Maakt mij niks uit, Koekoek. Ze doen maar. Nu we hier toch werkeloos hangen, ga ik ook de stad maar eens in. Ik heb wel trek in een kroketje.’
‘…’
‘Wat zei je?’
‘Geen pap.’
‘Drie keer!’
Juni 2014