We poetsten ons achterste niet. Of we deden het met onze handen, water, stokjes, vodden of krantenpapier. Totdat in 1857 de Amerikaan Gayetty het toiletpapier uitvond. Hij drukte zijn eigen naam op ieder velletje. Omdat het papier nogal prijzig was, -50 dollarcent voor een pak van 500 losse vellen- bleven we oude kranten gebruiken. Er kwam pas echt beweging in toen in 1890 de gebroeders Scott op het idee kwamen om kartonnen rolletjes te produceren waar ze geperforeerd papier omheen draaiden. Wat een uitvinding! Overigens zat er wel een risico aan het gebruik van dit toiletpapier, want er konden houtsplinters in zitten. Door de pulp te koken, waren probleem én splinters opgelost. Voortaan adverteerden ze met: splintervrij papier.
Uit onderzoek blijkt dat er twee manieren zijn om je billen af te vegen: je kunt het wc-papier vouwen of je kunt er een prop van maken.
Zeventig procent van de Nederlanders vouwt de velletjes en negenentwintig maakt er een prop van. Wat die overige één procent doet, vermeldt het onderzoek niet. De diverse onderzoeken blijken trouwens niet eensgezind: volgens het ene onderzoek proppen vrouwen meer dan mannen, volgens een ander vouwen vrouwen meer dan mannen.
Dan is er een aantal mensen die geen voorkeur heeft, en… sommige weten het niet! Die zijn wellicht met hun gedachten elders.
De onderzoeken vertellen ons niets over de mensen zelf. Wat zijn het voor types, de proppers? Zijn het spontane, chaotische, speelse of neurotische types? Zijn de vouwers bedachtzaam, pragmatisch, ordelijk, of misschien vlijtig?
En dan mensen die zowel proppen als vouwen?
Tja, wat hebben we aan zulke onderzoeken? Vandaag de dag zijn we misschien geneigd ze nep-onderzoeken te noemen. Ze leveren meer vragen dan antwoorden op. Wellicht werpen ze bij de wc-bezoeker één vraag op die hij zichzelf nog nooit gesteld heeft: wat ben ik, een vouwer of een propper?
Wie geïnteresseerd is in facts over wc-papier, zoekt op Engelse sites: facts about toilet paper, even hilarisch als flauw.
Een jeugdboek voor een goede stoelgang: Dood door wc-papier, Donna Gephart.
Jean-Paul Didierlaurent zegt in De voorlezer van 6:27: “Op het toilet heeft degene die over papier beschikt de macht.”
Beeld: verpakking van Marokkaans toiletpapier.