Die dag werd Fee voor het eerst geboren. Met wakkere oogjes keek ze de wereld in. Het was een heldere winterdag, binnen snorde de houtkachel.
Zo stond het beschreven in het eerste van een eindeloze reeks schriften die haar moeder had volgeschreven. Maar zo vredig als haar fantasie, was het leven van Fee niet.
Het pesten begon toen alle kinderen allang spijkerbroeken en T-shirts droegen en Fee nog steeds poezelige jurkjes. Ze moest vechten om te overleven. Haar jurkje rafelde en zat vol winkelhaken. Haar moeder noemde haar Fee Forza en nam naald en borduurgaren ter hand om de littekens dicht te stoppen met kleurige bloemetjes. Fee zelf voelde geen enkele kracht. Ja, ze won altijd, ze kon iedereen aan. Ze had simpelweg geen andere keus. Maar van binnen was ze niet meer dan een lusteloze lintworm.
Haar moeder schreef en schreef, maar vergat te kijken hoe de geliefde dochter opgroeide tot een puberende punk. Fee vocht verder. Ze vond haar weg in de wereld van harddrugs en dacht dat dit het was, het leven. De donkere kringen onder haar ogen camoufleerde ze met zwarte schmink. Piercings verhulden de verminkingen. Ze liet zich Eef noemen door haar vrienden die geen vrienden waren. Haar moeder beschreef haar liefelijk als Zwarte Fee.
Eef zwierf door het leven waarvan de dagen korter en de nachten langer werden.
Haar moeder bevorderde haar tot Koningin van de Nacht, maar vroeg zich nooit af waarom er altijd een waas om Fee’s maan hing.
Op de kortste dag van het jaar, dreef er een lijk in het donkere water van de sluis.
Nu haar moeder niets meer zal schrijven, haalt Eef de stapel schriften tevoorschijn. Ergens moet iets staan dat haar een klein beetje hoop kan geven. Een zinnetje, één woord desnoods. Een detail waaruit blijkt dat haar moeder toch iets begrepen heeft van de werkelijkheid waarin Eef leefde.
Schrift na schrift, geen enkele aanwijzing. Wel schrijft zich tussen de regels door een andere werkelijkheid. Die van haar moeder.
Als een ontveld serpent, scheurt Eef de blaadjes uit de schriften en stopt ze in het apparaat. Buiten hangt een lage mist. De shredder schrokt.