11.Hebban olla vogala

Hebban olla vogala… de studieboeken zijn opgeruimd, het tentamen is binnen, mevrouw kan zich gaan verpozen met het gevogelte dat om het huis nestjes aan het bouwen is.
‘Meneer en mevrouw overdrijven wel, vind je niet Fries? Uit welk raam je ook kijkt, overal hangt een nestkastje. Zou dat nog mevrouw’s Bossche inborst zijn? Die stad pretendeert de meest gastvrije stad voor ooievaars te zijn. Een jong stelletje kan kiezen uit maar liefst drie nesten. Met witgekalkte randen als nep-ooievaren-stront. Een soort betrouwbaarheidscertificaat. Schijnen ooievaars van te houden.
Dat is nog allemaal tot daar aan toe. Maar zelfs hier in de kamer werd een donzig nest gebouwd. Nu heb ik niets tegen logés, vind ik wel gezellig. Maar dat wij dan vervolgens onze snavel moeten houden. Dat gaat me toch te ver.
Zag je die blik van mevrouw toen ze ’s ochtends binnenkwam? Ze miste iets. Niet meneer die in alle vroegte naar de Zuiderzon vertrokken was, maar óns, snap je wel. Wij zijn de ziel van dit huis.’
‘Nu vind ik dat jíj een beetje overdrijft, Koekoek. Ben je jaloers, omdat het niet toevallig een familielid van jou was dat hier kwam slapen? Heb je gezien hoe die twee broers eendrachtig samenwerkten om dat dekbed in de hoes te stoppen? Elk een punt, van buiten naar binnen, hoppa, klaar. Dat was toch vertederend.’
‘Mm, zullen we het dan over de vissen hebben? Die laten zich sinds kort ook weer zien. Dagen zaten ze onderin de vijver. Wat deden ze daar? Waren ze aan het paaien, soms?’
‘Wat een toeval. Hoor ik net dat Rutte een Zeeuws Statenlid gepaaid heeft. Nog wel in aanwezigheid van Wilders. Deze meneer heeft er, volgens eigen zeggen, een goed gevoel aan over gehouden. Maar hij werd dan ook ‘allerhartelijkst’ ontvangen. Geen nieuwe inpoldering voor een broodnodige stem. Welke vis is daar niet gevoelig voor?’

…Hebben alle vogelen nesten begonnen, behalve ik en jij.

 

 April 2011

 

 

 

 

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *