‘Een team. Dat moet je tegenwoordig zijn. En als je dat niet bent, win je geen Europees kampioenschap, verjaag je geen Syrische dictator en word je geen Culturele Hoofdstad van Europa.
En Koekoek, ik vind jou de laatste tijd geen teamspeler. Het ene moment loop je erg hard van stapel, het andere moment ben je niet vooruit te branden. Wat is er met je aan de hand?’
‘Er is niks met me aan de hand, alleen dat vaste ritme, dag in dag uit. Af en toe wil je wel eens wat anders. Je hebt het over die Culturele Hoofdstad, Fries. Ik lees vanmorgen in de krant: Kwaliteit bidboek moet beter (by the way: de kwaliteit van het Brabants Dagblad mag ook beter, dan hebben ze het over bidbook, dan weer over bidboek).
Maar wat voor een woord is dat eigenlijk? Ik ken wel een bidprentje. En ook de uitdrukking liegen als een bidprentje. Is bidboek dan zoiets als liegen in het kwadraat? Jezelf honderd maal beter voordoen dan je bent?
Of moet ik het zien als een bedelboek? Laat ons alsjeblief Culturele Hoofdstad worden in 2018. Ik bid u, kijk eens hoeveel zakken met geld we meebrengen.’
‘Koekoek, nou draaf je toch weer een beetje door…
‘Ja, ik ben lekker op dreef, hè?’
…je moet jezelf wel presenteren als je iets voor elkaar wil krijgen. Laten zien hoe goed je bent, heeft niets met bedelen te maken. Maar met slim investeren.’
‘Aha, bedoelt de Eindhovense cultuurcommissie dát als ze stelt dat het bidboek “Eindhovenser” moet worden. Zijn die Oeteldonkers, Kruikezeikers, en die lui uit ‘t Kielegat en ’t Kattegat misschien niet slim genoeg?
Maar je hebt gelijk Fries, als die Brabanders geen team vormen, gaat wellicht een andere stad met de titel aan de haal.’
‘Dan heeft Malta het toch een stuk gemakkelijker, ze hebben op dat eilandje geen last van concurrerende steden. En ze hebben lekkere aardappels en aardbeien, ook fijn voor al die gasten die er komen.’
‘Dat jij meteen aan eten denkt, Fries! Je weet me toch steeds weer te verbazen. Heb je trouwens hier die aardbeien uit eigen tuin gezien, en die rode bessen en shii-take paddestoelen? Als meneer en mevrouw zo doorgaan, worden ze nog eens zelfvoorzienend.’
‘Dat lijkt me ook weer sterk overdreven. Zie het maar een beetje als wat leuk ge-hobby. Bovendien heeft meneer het veel te druk met klussen. Het begon met een eenvoudig wandtegeltje. En dat is nu uitgegroeid tot het verbouwen van een complete badkamer. Daarbij, als hij thuis komt, heeft hij zijn handen vol aan jou. Moet hij er weer voor zorgen dat jij opnieuw in het gareel loopt. Dat je weer gelijke tred houdt met mij.’
‘Ach, Friezeman, laat mij nou maar wat huppelen of treuzelen. Ik loop niet van je weg, hoor. Maar zeg eens: wij zijn met ons tweeën. Hoeveel personen heb je minimaal nodig om een team te vormen?’