k&f
‘Boleten en beukennootjes. Niets is nog veilig voor de sprokkeldrift van mevrouw. Een kale tak, een stuk berkenbast, een zaaddoos.
Fraaie luchten, zonnestralen in een donker bos, weerspiegelingen in een ven laten zich moeilijk meenemen. Maar wel fotograferen, sprokkelfotografie, noemen we dat. Paddestoelen laat je in principe staan, dus die gaan ook op de kiek. Maar het bleef niet bij fotograferen. Toen mevrouw eenmaal doorhad welke paddestoelen eetbaar zijn, is het huis doordrongen van boslucht. En is meneer proefkonijn. Als dat maar goed gaat, Fries.’
‘Daar heb ik alle vertrouwen in. Ze is ten slotte opgegroeid op de boerderij. Een minpuntje zie ik wel, november is geen sprokkel- maar een slachtmaand. De maand dat het varken van kont tot keel opengesneden op de ladder hangt.’
‘Hing, Fries. In deze tijd van dierenactivisten en stadse politieke partijen zie ik geen varkens meer hangen. Of mag ik dat zo niet zeggen, van dat stadse? Wat ik zeggen wil, varkens hangen nog wel, maar niet meer open en bloot. En dat leidt tot schraalte. Mensen weten niet meer hoe spruitjes groeien of hoe een kip zonder kop rondloopt. En varkens kennen we alleen nog van filetlapjes, liefst mager.’
‘Rustig maar, Koekoek, je gaat niet zeggen dat vroeger alles beter was, toch?
Sommige goede gebruiken sterven wel uit. Want als dat varken dan geslacht en verwerkt was, werd de buurt uitgenodigd om eens lekker aan te schuiven.
Of het volk nou in Brabant of Limburg aanschoof, dat maakte niet zo veel uit. Brabantse zult of Limburgs huidvleisch, Bossche beuling, balkenbrij met stroop, Limburgse bloedworst, kaantjes, Peelham, roggebrood en een verse mik. Een grote pot koffie en een brandenwijntje met suiker. Om je vingers bij af te likken.’
‘Nee, mij zul je niet horen zeggen dat vroeger alles beter was. Weet je nog: “Melk de witte motor”. Dat is inmiddels wel achterhaald. Zeker als je de Voedselzandloper mag geloven. Maar we dwalen af, hè?’
‘Klopt, jij dwaalt af, maar ik heb een idee. Niet uit zuinigheid of zo, maar meer uit praktisch oogpunt. Als we nou die Brabantse en Limburgse koffietafel eens bij elkaar schuiven. Zoals ze ook met die orkesten gedaan hebben en we noemen het dan Filetharmonie Zuid Nederland. En we gaan er mee naar het immaterieel erfgoed van de Unesco. Wat zeg je daarvan?’
‘Ik waardeer je creatieve ideeën, Fries, echt waar, maar volgens mij wordt het hoog tijd om eens een eindje te gaan sprokkelen.’